Opgravingen in Zuilen

Op 12 juni 2019 berichtte het AD dat men bewijs gevonden had voor middeleeuwse bewoning op de oevers van de Vecht in Zuilen (bij Utrecht). Bij opgravingen die in 2018 begonnen, is volop bewijs gevonden dat de plek al in de 7e en zeker de 8e eeuw bewoond werd. Dat maakt de stelling zeer aannemelijk, dat het geboortehuis van Ludger (geboren in 742) in Zuilen stond.

Volgens archeoloog en projectleider Arjan den Braven, die in juni een presentatie gaf van de opgravingen, gaat het om een nederzetting uit de 7de en 8ste eeuw, de tijd van aartsbisschop Willibrord. ,,Het moet gaan om een rijk Fries dorp – dit gebied behoorde toen bij de Friezen. Dat blijkt uit vondsten van fragmenten van glazen wijnbekers, weefgewichten, een oorlepeltje, een schrijfstiftje en veel slachtafval. Vermoedelijk bestond de nederzetting – het gaat om het plaatsje Zwesen, een voorloper van Zuilen – uit een tiental erven langs de Vecht, waar een aantal families woonde.”

Van de nederzetting zijn ook de resten van gebouwen teruggevonden, waaronder resten van houten palen. Het gaat om gebouwen die dienden voor de opslag van goederen en voedsel die via de Vecht werden aangevoerd. De belangrijkste ontdekkingen zijn gedaan in een sleuf van pakweg 25 meter aan het Queekhovenplein en het Vechtplantsoen. Niet alleen zijn daar de sporen van de vroeg-middeleeuwse bewoning gevonden, ook zijn veel nieuwe overblijfselen tevoorschijn gekomen van het 13de-eeuwse cisterciënzenklooster Mariëndaal, waarnaar in 1956 bij de aanleg van de wijk Zuilen al haastig onderzoek is gedaan.

Op de foto een deel van de fundamenten van het oude klooster.

Bron: Algemeen Dagblad, 12 juni 2019.