Het leven van Ludger

Zo’n 1250 jaar terug in de tijd. Een man geboren in de buurt van Utrecht. Hij werd een geestelijke, een wetenschapper, een pionier en opbouwwerker, de eerste bisschop van Münster en waarschijnlijk de eerste uit deze streken die als heilige te boek staat.

In 742, drie jaar na de dood van Willibrord, werd Ludger (Fries: Liudger) geboren. Zijn ouders Thiadgrim en Liafburg waren al Christen. Ludger werd geboren in/op Suabsna, een landgoed aan de Vecht. De deskundigen waren het er lange tijd niet over eens waar Suabsna moet hebben gelegen. In Attinghem in de buurt van Breukelen? Of dichter bij Utrecht, in Zuilen (de Zweser Eng?). We houden het nu op dat laatste.

De belangrijkste zendeling (missionaris) in die dagen was de Angelsaks Bonifatius, ‘de apostel van Duitsland’. De jonge Ludger heeft de bejaarde prediker zeker verschillende malen ontmoet. De moord van 5 juni 754 bij Dokkum moet diepe indruk op de jongen gemaakt hebben.

Beeld van Bonifatius (Dokkum) Ludger wordt overgedragen aan Gregorius

Eerste onderwijs
In Utrecht was er inmiddels een Domschool geleid door abt Gregorius. Daar ging Ludger tussen 755 en 767 naar toe. Die keuze kun je verwonderlijk noemen, als je weet dat hij als oudste zoon gemakkelijk had kunnen kiezen voor het beheer van het grote grondbezit van zijn vader. Kennelijk trok het leren hem sterker. Dat was meestal de weg om priester te worden. Hij koos dus in feite voor een religieus bestaan, waarin hij afzag van persoonlijk bezit en een eigen gezin.

Voortgezette opleiding
In 767 trok Ludger met een monnik mee naar York in Engeland. Daar kreeg hij dezelfde opleiding als zijn Angelsaksische voorgangers. Het was een centrum van onderwijs en wetenschap. Hij kreeg er les van de geleerdste man van die tijd, Alcuïn. Later werd deze leider van de Hofschool van Karel de Grote en zelfs zijn minister. Ludger bleef er een jaar, maar kort daarna ging hij terug voor nog eens drie jaar onderricht.

Eerste werk
Weer terug in Utrecht werkte hij vier jaar als leraar op zijn oude Domschool. In 775 deed hij zijn eerste missiewerk, en wel in Deventer, waar het kerkje van de al overleden monnik Lebuïnus in brand was gestoken door de Saksen. Hij herbouwde het. In 777, al 35 jaar oud, werd hij priester. Die late wijding is opvallend. Kennelijk studeerde hij graag, dacht hij goed na en maakte hij, om het in de taal van onze tijd te zeggen, een verantwoorde studie- en beroepskeuze.

Ludger als leerling van Alcuin Graflegging van Lebuïnus

Onder de Friezen
Na zijn priesterwijding kreeg Ludger de opdracht om te gaan werken in het noorden. Hij trok al reizend rond bij zijn landgenoten. Dat was niet alleen het huidige Friesland maar ook Groningen tot een heel stuk oostelijk daarvan. Hij had een klein gezelschap van helpers om zich heen. Hij probeerde tijdens dat rondtrekken de mensen onderricht te geven, hen te winnen voor het christelijke geloof en kerkjes te bouwen.

Het was er nog steeds gevaarlijk. De heerschappij, die Karel de Grote bezig was te vestigen, maakte de situatie stabieler, anderzijds was het voor de Friezen moeilijk te aanvaarden dat hun stamgenoot Ludger samenwerkte met de Frankische vijand. Het voelde als verraad. In de herfst ging Ludger terug naar Utrecht voor onderricht aan de Domschool. De Friezen sloten zich aan bij de tweede grote opstand van de Saksen, waardoor Ludger zijn werk in het noorden tijdelijk moest staken.

Onderbreking voor een reis naar Italië
In 784 trok hij zich in Utrecht terug en reisde vervolgens met zijn broer naar Rome en Monte Cassino, waar hij ruim twee jaar in de beroemde abdij van Benedictus verbleef. Dat heeft zijn niet geringe opleiding en vorming verder verdiept. Daar heeft hij, denkt men, Karel de Grote ontmoet. Na zijn terugkeer trok hij tot 792 in het noorden weer werkend rond, totdat hij daar opnieuw moest uitwijken. Een dringend verzoek van Karel de Grote om bisschop van Trier te worden legde hij naast zich neer.

Ludger preekt in de Groninger Gouwen Ludger preekt in de Groninger Gouwen Ludger ontmoet Karel de GroteLudger ontmoet Karel de Grote

Bij de Saksen
Zijn bekeringswerk onder de Saksen begon Ludger rond 792 vanuit de Veluwe. Bij Brummen stak hij de IJssel over en trok via Vierakker/Wichmond en Zelhem verder de Achterhoek en Westfalen in.

Karel de Grote trad tegen de zich hardnekkig verzettende Saksen nog harder op dan tegen de Friezen. Het is een strijd van meer dan dertig jaar geweest, die in 772 begon. De Saksische leider, Widukind, liet zich dan wel in 785 dopen, maar daarmee hield het verzet niet op. Dat gebeurde pas in 804.

Monument van Ludger waar hij de IJssel overtrok   Het monument tussen Zutphen en Baak, waar Ludger rond 794 de IJssel over trok. Beeld van Ludger als bisschop Beeld van St.-Ludger als bisschop in de kerk van Billerbeck.

Eerste bisschop van Münster

Karel had het grote Saksenland in acht bisdommen ingedeeld, waarvan Münster er een was. Daar zou Ludger zijn bisschopszetel vestigen. Het gebeurde in 805, waarna hij tot zijn dood daar nog vier jaar bisschop was. Hij stierf in 809 in Billerbeck, ten westen van Münster, en werd begraven in Werden vlak bij het klooster dat hij een eind zuidelijk van Münster in Werden aan de Ruhr had gesticht. Werden grenst tegenwoordig door de groei van Essen aan deze stad en wordt nu aangeduid als Essen-Werden.

Voor een meer uitgebreide levensbeschrijving en historische context, klik op Website_Ludgerkring_LevenXL.pdf