Terug naar het overzicht van de nieuwsbrief

Lezing over Ludger van dr. Dirk Otten in Doesburg

Donderdagavond 3 mei was er in Doesburg een lezing van dr. Dirk Otten uit Heerde, georganiseerd door de Historische Vereniging Stad en Ambt Doesborgh. De titel van zijn lezing was: Het leven en optreden van Ludger in onze regio. Hij heeft meerdere boeken op zijn naam staan. Tijdens zijn studie Duitse taalkunde in Utrecht, had hij twee bijvakken en die verklaren zijn belangstelling voor de tijd en het leven van Ludger, nl. oud-Saksisch en Germaanse Godsdienstgeschiedenis. Naast boeken over de geschiedenis van de familienamen in Heerde, de plaatsnamen en het landschap van de Veluwe en over veld- en boerderijnamen, schreef hij ook enkele boeken over Lebuïnus. In 2006: "Lebuïnus, een gedreven Missionaris" en in 2010 "Terug naar de ware Lebuïnus".


Maar Dirk Otten heeft ook specifiek over Ludger geschreven, m.n.:
- Hoe God verscheen in Saksenland, Widukinds knieval voor Karel de Grote, 2012
- Hoe God verscheen in Friesland, Missie en Macht in Frisia, 2014
- Ludger, woorden en daden, 2017


In de lezing werd vooral gesproken over de kerstening en dat die niet zonder slag of stoot ging. Er was in die tijd ook grote tegenstand en Ludger werd lang niet overal met open armen ontvangen. In de film “Redbad” die eind juni in première uitkwam, kwamen de spanningen van die tijd ook duidelijk naar voren, volgens sommigen té duidelijk. Het boek Hoe God verscheen in Saksenland gaat uitgebreid op in op de kerstening in die tijd.


Op de achterzijde van het boek staat de tekst:

"Wie denkt dat de Islam het monopolie heeft op gewelddadige geloofsverbreiding, kan in dit boek zien dat ook het christendom tijden van agressieve expansie heeft gekend -heel in het bijzonder in Noord-Oost Nederland en Noord-West Duitsland in de achtste en negende eeuw, onder leiding van niemand minder dan de koning der Franken, Keizer Karel de Grote (768-814).

Met deze helder geschreven studie opent de germanist Dirk Otten de Deventer Historische reeks. Hij werpt een nieuw licht op de start van het christendom in onze contreien. Hij stelt het beeld bij van de louter naïeve geloofsverkondiger die slechts gewapend met een Bijbel het zwaard van de woeste inboorlingen trachtte te keren.

De twee Germaanse stammen die zich tot het uiterste tegen de komst van het christendom verzetten, de Friezen en vooral de Saksen, werd het geloof met grof geweld opgelegd door de Frankenkoning, de “prediker met ijzeren tong”, wiens grootvader Karel Martel de oprukkende islamitische troepen bij Poitiers en Tours, in Avignon en aan de Berre had verslagen, en wiens vader Pippijn de Korte de laatste Saracenen over de Pyreneeën had gedreven.

Waarom van alle volkeren juist de Saksen (en in mindere mate de Friezen) zich zo fel tegen het christendom keerden, en hoe het de Frankische koning en de katholieke kerk uiteindelijk toch lukten Saksenland van boven af te kerstenen, gaat Otten in dit boek na. Karel bleek, gelijk zijn voorvaderen, geen middel te schuwen om zijn doelen te bereiken.”