Terug naar het overzicht van de nieuwsbrief Volgende pagina
De tweede Vita van Liudger

Over Liudger zijn minstens vier Vitae bekend. Alle vier de levensbeschrijvingen zijn door de Duitse historicus Eckhard Freise omstreeks 1880 uit het Latijn getranscribeerd en in het Duits vertaald en in een boek bijeengebracht.

Mij is geen uitgave bekend van een Nederlandse vertaling van de tweede Vita, de zogenoemde Vita secunda sancti Liudgeri. Reden om een vertaling te maken. In mijn geval is dat dus een vertaling uit het Duits geworden.
Allereerst een paar begrippen die in de onderstaande tekst aan de orde komen. Een Vita wordt in het kort omschreven als een heiligenleven, een levensbeschrijving van een heilige. Te vergelijken met een bidprentje, maar dan veel uitgebreider. Ook moet een Vita voldoen aan bepaalde eisen. Het mag niet worden gezien als een exacte weergave van historische gebeurtenissen. Vaak worden werkelijke gebeurtenissen op literaire wijze vertaald. Dikwijls wordt de Vita opgesplitst in een gedeelte dat zich tijdens het leven afspeelt en een deel na het overlijden. In dit tweede deel worden allerlei wonderen genoemd die zich afspelen bij het graf en bij het aanroepen van de heilige. In vroegere tijden was het lezen van heiligenlevens heel populair. Het werd dan ook gelezen als voorbeeld voor de mensen. Een Vita wordt ook Hagiografie genoemd, dat is het schrijven over heiligen. Voor de geïnteresseerde is er een site waar veel vragen worden beantwoord is www.Lucepedia.nl

De Vita secunda sanctie Liudgeri, we zullen kortweg de Vita secunda schrijven, bestaat uit twee gedeelten. Boven het eerste deel staat: “Hier begint de levensbeschrijving van onze vader Liudger”, het bestaat uit 36 kleine hoofdstukjes. Het tweede gedeelte heet eenvoudigweg “Boek II” en bestaat uit 24 hoofdstukjes. Tenslotte wordt er nog een “Ter nagedachtenis” geschreven. Aangenomen wordt dat de Vita secunda in Werden aan de Ruhr is geschreven door een Friese monnik. Aanwijzingen hierover zijn gebaseerd op de wijze waarop de Vita is geschreven, zoals taalgebruik en bepaalde woorden. Gedacht wordt aan Bernlef, de blinde bard die door Liudger is genezen, maar hiervoor zijn geen echte bewijzen aan te voeren.

Wat maakt de Vita secunda zo bijzonder?
De Vita secunda is in 864 geschreven, aldus hoofdstuk 18 van Boek II. Ongeveer tweehonderd jaar later is de Vita secunde verfraaid met 23 miniaturen. Dit maakt de Vita secunda naast een aantrekkelijk leesboek ook een attractief kijkboek. Voor de goede observeerder staan deze miniaturen vol symbolen, die het verhaal van de Vita ondersteunen. Voorbeeld de afbeelding op deze pagina: De jonge Liudger speelt met boeken.

Om een correcte vertaling van de Vita secunda te krijgen zou het wenselijk zijn om het uit de Latijnse grondtekst te vertalen in het Nederlands. Helaas ben ik het Latijn niet machtig en heb ik mijn toevlucht gezocht in een vertaling uit het Duits. Het Latijn waarin de akten zijn geschreven, is het Latijn dat door monniken werd gebruikt en is niet het zelfde als het klassieke Latijn wat destijds in Rome werd gesproken. Dit maakt het zelfs voor een classicus moeilijk om de juiste, soms regionale betekenissen, weer te geven.
Job de Gelder